Eindelijk echt on-the-road

Vanmorgen al vroeg naar de camper-verhuurder : “Cruise Canada” gebeld om te checken hoe laat we de camper konden gaan afhalen, want we konden niet wachten om aan “the real thing” te beginnen. En maar goed ook dat we al rond 8:15 gebeld hadden, want het bleek dat wie eerst belt, eerst maalt. Een Nederlands koppel dat in hetzelfde hotel logeerde en net vóór ons gebeld had, kon al om 9:00 de camper gaan ophalen en wijzelf een uurtje later. Maar we waren al dik tevreden dat we niet tot laat in de namiddag moesten wachten, wat in het hoogseizoen normaal zou zijn geweest.
Met de taxi zijn we dan naar de camper-verhuurder gereden, welke op ongeveer 10km van ons hotel lag. Aldaar was het in een rij aanschuiven voor een balie met 3 medewerkers die constant in de weer waren met het regelen van de verhuur-formaliteiten. Eerst werd het verhuurcontract opgesteld en daarna kreeg je een nederlandstalige video te zien over hoe alles in de camper werkt, want zo'n ding heeft heel wat voorzieningen aan boord, zoals onder andere : een toilet, douche, gasvuur, gootsteen, magnetron, airco, verwarming, koelkast met vriesvak, binnenverlichting, slaapplaatsen, eettafeltje... kortom een hut op wielen.
Na een grondige inspectiebeurt om te zien of alle keukengerief, beddengoed, potten, ketels en pannen volledig waren en of er geen beschadigingen aan de camper waren, was het tijd voor een eerste poging om deze woonsloep aan 't rijden te krijgen.
Vlakbij de camper-verhuurder lag een grote supermarkt, waar we dan inkopen zijn gaan doen, waarmee we minstens de eerste week moeten kunnen uitzingen. Daarna even de camper gaan voltanken bij een tankstation. Maar omdat zo'n ding altijd grote dorst heeft (ca. 15l op 100km), gaat er ruim 200 liter in z'n maag en ben je wel even bezig met vullen..
Na het tanken zijn we van Calgary richting Banff gereden, dat 125km oostelijk ligt. Banff is meteen het grootste stadje wat aan de ingang van Canada's oudste national park : “Banff National Park” ligt en het centrum is van toerisme en activiteiten in de omgeving.
Onderweg naar Banff zie je het landschap langzaam transformeren van vlak over heuvelachtig met bruin-groene weilanden, naar bergachtig met ranke dennebomen. Aan de ingang van het park moet je eenmalig een soort van park-pas betalen die je toegang verschaft tot alle nationale parken in Canada. Toegang tot de provinciale parken is gratis, dus daar is geen pas voor nodig.
Rond 17:30 kwamen we in Banff aan en zijn we direct een camping gaan zoeken. Onderweg naar de gekozen camping zagen we onze eerste Wapiti knabbelen aan het struikgewas vlak langs de weg. Misschien weet het beest niet dat het een Wapiti is, maar wij denken althans dat het eentje was. Je hebt hier zoveel soorten viervoeters rondlopen, dat het voor een leek niet altijd evident is om de soorten te kunnen onderscheiden.
Op verschillende plaatsen wordt er ook gewaarschuwd voor elanden en berg-schapen die de weg oversteken, want zo'n klomp vlees wil je echt niet tegen je bumper krijgen.
Onderweg zijn we gestopt bij de Banff Hoodoos aan de Bow River. Dit zijn smalle spitse rotsformaties die op een speciale manier zijn uitgesleten door wind, sneeuw en water, zodat ze er een beetje uit zien als reusachtige totem-palen. Tegen de avond hoor je hier ook de mule-deer (vrij vertaald : ezels-hert) roepen. Een raar geluid, wat een beetje doet denken aan het balken van een ezel.
Rond 19:00 kwamen we dan aan op de uitgestrekte Tunnel Mountain camping waar we 2 nachten geboekt hebben, omdat we hier wel een paar dagen willen vullen met wandelingen in de fraaie omgeving.
Het was weer een erg zonnige dag met temperaturen overdag rond de 24 graden. 's Nachts daalt de temperatuur tot rond de 6 graden. Omdat we hier ongeveer op dezelfde breedtegraad zitten als Amsterdam, is het om 20:30 donker. Om 22:00 lagen we al te bed, want morgenvroeg willen we al vroeg op pad.